Voor de Sint Elisabethsvloed van 1421 hadden enige economische activiteiten plaats op de plek waar later Fijnaart en Heijningen bedijkt zouden worden. De stormvloed spoelde alle bewijzen hiervoor geheel weg. Later in de 15e eeuw kwamen er weer gorzen droog te liggen.
Vanaf 1458 behoorde het gebied aan de heren, sinds 1533 markiezen, van Bergen op Zoom. In 1547 gaf markiezin Jacqueline van Croy samen met haar zoon Jan IV van Glymes "Vrouwe Jacops land, alias den Fijnaart", een gorzengebied ten noorden van het Brabantse vasteland, ter bedijking uit. De polder was een soort eiland. Reeds in 1549 functioneerde een schepenbank. Omstreeks 1583 werd Heijningen ingepolderd, samen met Ruigenhil, het latere Willemstad. Beide bedijkingen hadden een gezamenlijke schepenbank. Gedurende het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werd Heijningen bestuurlijk losgemaakt van Willemstad en werd het meer op Fijnaart georiënteerd. In 1615 werd een en ander gerealiseerd. Heijningen kreeg een eigen schepenbank. De schout van Fijnaart was tevens de schout van Heijningen en ook het dorpshuis in Fijnaart werd door beide besturen gebruikt. Deze situatie bleef zo tot 1810. Op 7 november 1810 werden de beide jurisdicties samengevoegd tot de gemeente Fijnaart en Heijningen. In 1813 werden zij weer gescheiden. Wel moesten zij zo samenwerken en dezelfde registers gebruiken, dat van een werkelijke scheiding geen sprake was. Om de administratieve puinhoop die dit met zich meebracht te stoppen, besliste de gouverneur van Noord-Brabant op 4 januari 1815 dat beide gemeenten samengevoegd moesten worden. Deze samenvoeging was definitief.

gemeentehuis Fijnaart en Heijningen

Zoals gebruikelijk bij de inpolderingen door de markiezen van Bergen op Zoom was in deze polder ruimte aangewezen voor de bouw van een kerk. Al in 1548 protesteerde de pastoor van Gastel tegen de oprichting van een Fijnaartse parochie: het nieuwe gebied behoorde tot zijn parochie. Dit protest had geen succes. Het volgende jaar was er al een gebouwtje dat als kerk dienst deed en in 1551 is er sprake van een pastoor te Fijnaart. Ruim twintig jaar later verdween deze geestelijke als gevolg van bezetting van het eiland van Fijnaart, Klundert en Ruigenhil door Staatse troepen. Het protestantisme kreeg de overhand. Vanaf dat moment behoorde het eiland tot de parochie van Standdaarbuiten. In 1796 werd de Fijnaartse parochie hersteld.

De werkgelegenheid heeft tot ver in de vorige eeuw altijd op agrarisch gebied gelegen. In de jaren zestig werd aan de monding van de Dintel het industrieterrein Dintelmond ontwikkeld.

Digitale bronnen Fijnaart en Heijningen

Heemkunde Fijnaart en Heijningen