De oudst bekende vermelding van Rijsbergen dateert uit 1159. Werner van Rijsbergen schenkt dan zijn goederen te Essen aan de abdij van Tongerlo. Dit betekent dat er dan reeds een plaats met die naam moet zijn. Waarschijnlijk was er toen ook al een kerk en parochie. Het patronaatsrecht was in handen van het Hof van Sombeke te Bouchout bij Lier, dat in 1223 in het bezit van de Sint Bavo-abdij te Gent kwam.
Er zijn aanwijzingen dat al in de prehistorie mensen in het gebied van het huidige Rijsbergen geweest moeten zijn. De indicaties zijn te gering om vast te kunnen stellen of het bewoners dan wel voorbijgangers waren. Uit de 2e of 3e eeuw is een Romeins altaar van de godin Sandraudiga gevonden. Ook hierbij is het niet duidelijk of dit op een vaste verblijfplaats duidt, dan wel dat het tot een veldkapel behoord heeft.
Ook de oorsprong van het burgerlijk bestuur is niet bekend. Rijsbergen heeft altijd tot het Land van Breda behoord, maar was geen eigen heerlijkheid. Samen met Zundert en Klein-Zundert vormde zij "Zundert-Nassau". Voor de rechtspraak was een schepenbank in de "Eeninghe van Rijsbergen", waarin dezelfde dorpen zitting hadden. In deze schepenbank, die in tegenstelling tot haar naam meestal in Zundert bijeen kwam, zaten twee Rijsbergse schepenen (van de zeven).
In 1810 werd de gemeente Rijsbergen opgericht.

gemeentehuis van Rijsbergen

In de 19e eeuw vonden veel ontginningen plaats. Woeste grond werd gereed gemaakt voor de landbouw. Hierdoor vond het merendeel van de bevolking arbeid in de agrarische sector. Nog in 1960 was meer dan 50% daarin werkzaam. De grensovergang Hazeldonk zorgde daarna voor veel werk, maar door het wegvallen van de grensposten in het kader van de eenwording van Europa is dit nu enigszins vervallen. In 1997 werd Rijsbergen samengevoegd met Zundert tot de nieuwe gemeente Zundert en ging het grondgebied waarop de E 19 en Hazeldonk liggen over naar Breda.

Digitale bronnen Rijsbergen

Heemkunde Rijsbergen