Ossendrecht is voor het eerst vermeld in 1187. In 1213 werd de nederzetting door de hertog van Brabant aan de heer van Breda geschonken, die in 1277 de heerlijkheid Ossendrecht op zijn beurt weer beleende. Kort daarna moet het gebied zijn gesplitst en in twee delen uiteengevallen zijn.
In de 12e en 13e eeuw werd er al gebied ingepolderd, maar het herwonnen land werd herhaaldelijk getroffen door stormvloeden waardoor het weer onder water liep.
In 1503 kocht de heer van Bergen op Zoom de helft van de oorspronkelijke heerlijkheid.
In de loop der eeuwen heeft de bevolking veel te lijden gehad van bezettingen en plunderingen door vreemde legers. Vooral de krijgsgebeurtenissen in de Tachtigjarige Oorlog zorgden voor veel onrust en ontvolking in het gebied. Lange tijd heerste er armoede. Pas na het sluiten van de Vrede van Munster in 1648 was er weer voldoende geld en kennis aanwezig om de ondergelopen polders opnieuw om te vormen tot bruikbaar land.
Het zou nog tot 1761duren voordat beide gebieden weer onder één heer kwamen, toen de andere helft door de markies van Bergen op Zoom kon worden teruggekocht.
In de Franse tijd, rond 1800, werd cichoreikoffie of peekoffie in Nederland populair. In 1830 werd de eerste peekoffiefabriek in het dorp opgericht. Ossendrecht heeft vanwege de teelt en de verwerking van surrogaatkoffie bijna anderhalve eeuw bekend gestaan als het "Cichoreistadje".
De Tweede Wereldoorlog is ook aan Ossendrecht niet ongemerkt voorbijgegaan. Het werd door de Duitsers bezet van 14 mei 1940 tot 6 oktober 1944, toen Ossendrecht door de Canadese troepen werd bevrijd. De bevrijding maakte deel uit van het totale plan, bekend onder de naam ‘de slag om de Schelde’ met als hoofddoel het vrijmaken van de haven van Antwerpen.
In de naoorlogse periode breidde Ossendrecht zich uit. Op het gehucht Calfven na zijn alle gehuchten aan de kern van Ossendrecht vastgegroeid.
Ossendrecht is tot halverwege de 20e eeuw een overwegend agrarische gemeenschap gebleven met hier en daar wat activiteiten op het gebied van handel.

Eerste steenlegging voor het nieuwe gemeentehuis van Ossendrecht, 1981


Na de Watersnoodramp in 1953, die ook een groot deel van de Ossendrechtse polders onder water zette, is de agrarische gemeenschap snel overgegaan tot het werken in de industrie, handel en dienstverlening.
De vestiging van industriereuzen in het nabij gelegen Belgische havengebied heeft daar sterk toe bijgedragen, evenals de toename van de activiteiten op de vliegbasis Woensdrecht.

Calfven is voor het eerst in 1353 genoemd als een zelfstandige heerlijkheid die de lage jurisdictie bezat. De heerlijkheid bestond uit een landhuis en een smal perceel dat van de Brabantse Wal tot de Westerschelde liep. In 1780 werd een nieuw herenhuis gebouwd, de tegenwoordige Hoeve Calfven. In 1791 werd de heerlijkheid door de markies van Bergen op Zoom gekocht.

Digitale bronnen Ossendrecht