In 1282 verkochten Arnoud van Leuven en Elisabeth heer en vrouwe van Breda, een gebied van honderd "hoeven" (ongeveer 1500 hectare) aan de Cisterciënserabdij St. Bernard aan de Schelde te Hemiksem. De omschrijving was: centrum hovas seu mansos wastinae. ("hoeve" of "mansos" is een oude oppervlaktemaat van ongeveer 12 bunder). Dit gebied grensde aan gronden die de abdij al eerder van hen had gekocht. Nadat de turf was afgegraven, werden de gronden door de abdij voor de landbouw geschikt gemaakt.
Tussen 1287 en 1458 werd Hoeven gemeenschappelijk bestuurd door de heren van Breda en van Bergen op Zoom. In het laatste jaar verkreeg de heer van Bergen op Zoom de hogere rechtsmacht en ging Hoeven tot 1795 deel uitmaken van het land, sinds 1533, markiezaat van Bergen op Zoom. De middelbare en lagere rechtsmacht behield de abdij. Zowel de heer als de abdij benoemden een aparte schepenbank, totdat deze in 1523 in één werden verenigd. In de onmiddellijke omgeving van een plaatselijke verhoging, de Halderberg, stichtte de abdij haar uithof. Van hieruit werd de ontginning ter hand genomen. In 1390 gaf de abdij de noordelijke gronden uit ter bedijking, de "Oude Moerdijk". In 1409 volgde de polder De Hoevense Beemden, terwijl in 1483 de Sint Maartenspolder uitgegeven werd. Na eerst door de Oudenbossche schepenbank bestuurd te zijn, kreeg deze laatste polder een geheel eigen bestuur.

Kerkelijk bleven de inwoners van de Sint Maartenspolder op Oudenbosch geörienteerd.
Aanvankelijk behoorde het gebied tot de parochie Gastel. Een plaatselijke kapel werd gebouwd, die in 1310 verheven werd tot zelfstandige parochiekerk. In 1810 werden Hoeven en Sint Maartenspolder tot één gemeente samengevoegd.
Sedert het midden van de 19e eeuw ontwikkelde zich in het zuiden van de gemeente, nabij een knooppunt van land- en spoorwegen het dorp Bosschenhoofd. Met de stichting van een zelfstandige parochie in 1886 vond deze ontwikkeling een voorlopig hoogtepunt.

gemeentehuis Hoeven


Op het grenspunt van de gemeenten Etten-Leur, Hoeven en Rucphen ontstond in de loop van de zeventiende eeuw het dorp Het Heike, sinds 1841 Sint Willebrord geheten. Voor een betere bestuurlijke beheersing van dit dorp werden de Etten-Leurse en Hoevense delen in 1953 middels een grenswijziging bij Rucphen gevoegd. Pogingen van het gemeentebestuur aan het einde van de jaren veertig van de vorige eeuw om aan de grote werkloosheid onder werkkrachten uit de landbouw een halt toe te roepen door de vestiging van industrieën werden van hogerhand afgewezen. Hoeven lag tussen de industrialisatiekernen Etten-Leur, Oudenbosch en Rucphen van het ontwikkelingsgebied Zuidwest-Noord-Brabant. Mede omdat er al enkele recreatieve voorzieningen waren moest de gemeente Hoeven zich in die richting verder ontwikkelen.

Digitale bronnen Hoeven

Heemkunde Hoeven